« Terug naar overzicht

Dwalingen

Een dorp aan de Hollandse kust. Een plaats waar de mensen elkaar door en door kennen. Hier laat de oorlog zich anders voelen dan op het slagveld, anders dan in de grote steden. Maar de gebeurtenissen in de wereld dringen er wel door, tot in de kille slaapkamertjes van kleine huizen tegen de duinen.

De zeventienjarige Annie wordt verliefd op Johann, die werkt voor de Duitse Arbeitsdienst. Zij is de dochter van een NSB’er, maar heeft zelf niets op met de bezetting, hij een herdersjongen die graag bij zijn kudde was gebleven. Het is de prille liefde tussen twee onschuldige mensen, maar deze liefde wordt beladen met schuld door de tijd en de omgeving waarin zij leven.

Dwalingen is gebaseerd op een waargebeurde geschiedenis.

Dwalingen
De Arbeiderspers 2009
280 pp.
De papieren editie is uitverkocht.

Als e-book nog beschikbaar (ISBN 978 90 295 7762 5)

Recensies


De Telegraaf, 4 mei 2009
door Lies Schut
Een waar gebeurd liefdesdrama in oorlogstijd. Dat kan de lezer verwachten van de nieuwe roman van Alex Verburg, Dwalingen. Een ambivalente titel, die op verschillende manieren uit te leggen is. Zeker is dat ’40-’45 veel leed heeft aangericht, mensen voor onmogelijke keuzes stelde, en dat de grens tussen goed en fout niet altijd haarscherp te definiëren is.
Vooral dat laatste dilemma domineert in Verburgs nieuwe boek. De jonge Annie, nakomertje in een gereformeerd gezin, vat in 1942 een liefde op voor de Duitse Johann. Heel voorzichtig bloeien wederzijdse gevoelens op, ondanks het feit dat het eigenlijk niet mág, een romance met een bezetter. En al helemaal niet in Duindorp, een geborneerd dorp aan de Hollandse kust.
Tegelijkertijd vinden er andere dwalingen plaats: een vader die lid is van de NSB, een zoon en een dochter die met ruzie het huis hebben verlaten, even verderop een Joods gezin dat wordt weggevoerd, en, in een groter perspectief, oorlog in het algemeen.

Alex Verburg focust juist op het kleine in zijn boek, op het huiselijke, en dat maakt van Dwalingen een mooie roman. Dobberend op de ups en downs van het leven ploeteren zijn personages voort. Of ze er in essentie ’goed’ of ’verkeerd’ aan doen om bij elkaar te blijven (de ouders), verliefd te worden op een Duitser (Annie), te breken met huis en haard (zus Brecht), zijn vragen waar eigenlijk geen antwoord op komt. En misschien is dat ook niet mogelijk, omdat een antwoord zowel een ja als een nee inhoudt.
Dwalingen blijft wel erg kuis, met slechts hier en daar een gestolen kusje. Dat schept aan de ene kant afstand, maar focust wel op waar het om draait: het levensverhaal van Annie, en dat is puur en echt.
Alex Verburg is een connaisseur van het verfijnde. Opnieuw weet hij het mooi op papier te krijgen: niet alleen op het slagveld, maar ook achter de vensters van eenvoudige huizen vinden drama’s plaats.

Trouw, 25 april 2009
door Jann Ruyters

We noemen ze ‘moffenhoeren’, maar hoe ‘fout’ waren vrouwen die verliefd werden op Duitsers? Annie, hoofdpersoon in Dwalingen, is in elk geval een keurig meisje.
Het zou kunnen leiden tot een klassiek Romeo en Julia-verhaal: de verboden maar oprechte liefde tussen een Nederlands meisje en een Duitse soldaat ten tijde van de Tweede Wereldoorlog. Toch zijn die liefdes zo nog niet vaak beschreven. Dat heeft uiteraard van alles te maken met onze eigen gevoelens over de Duitsers.
In films over de oorlog is het meestal het te weinig serieuze, dellerige type (tot en met Halina Reijn in Zwartboek) dat het met de Duitse soldaat aanlegt. Haar liefde is niet van het diepe inspirerende soort, dat over grenzen, wetten en verboden heen reikt, eerder een oppervlakkige liefde die zich nergens iets van aantrekt.
In het op een ware geschiedenis gebaseerde maar als roman gepresenteerde Dwalingen probeert journalist/schrijver Alex Verburg nu dat stigma van de immorele moffenmeid te ondermijnen.
Verburgs romandebuut uit 2002, Het huis van mijn vader, beschrijft een relatie tussen een jongen en een man. Daarna schreef hij een biografie over Liesbeth List, en had hij veel succes met zijn non-fictie boek De verzoening waarin hij het verhaal van Hank Heijn, de weduwe van Gerrit Jan Heijn, optekende.
In Dwalingen keert Verburg indirect terug naar de thematiek van zijn romandebuut. Ook hier draait het om verboden liefde en krijgt een ‘onschuldige’ het woord. De zeventienjarige Annie die midden in de oorlog verliefd wordt op de Duitse Johann is een keurig, schuchter meisje, dat vooral op deze zachtmoedige, sympathieke Duitser valt omdat ze hem razend knap vindt – zoals dat bij jonge meisjes gaat. Ze is zich wel van het mogelijke kwaad bewust, maar zo zachtjes op de achtergrond dat het haar liefde niet in de weg staat.
Annie’s vader sympathiseert met de NSB en spelt Volk en Vaderland. Dat leidt tot onenigheden met Annie’s invalide moeder die weinig opheeft met de bezetters, en die vanwege de overtuigingen van de vader ook het contact met hun afkeurende oudste dochter Brecht verliest. De meer op harmonie gerichte, brave, zorgzame Annie houdt zich op de vlakte. Verstandig als ze is, twijfelt ze wel en ze voelt ook wel degelijk hoe de dorpelingen haar om haar vader met de nek aankijken.
Toch ziet ze geen kwaad in haar gevoelens voor Johann, een herdersjongen, een werknemer bij de Arbeidsdienst, die even goed weinig opheeft met deze oorlog die hem van Bessarabië naar de Nederlandse kust heeft gestuurd “Als iedereen nu eens zweeg en in vrede het eigen leven leefde, waarop zou de oorlog dan nog kunnen gedijen”, laat Verburg Annie denken. Ook de Bijbelse brieven van Paulus, zijn lofzang op de inspirerende kracht van de liefde, bieden haar houvast.
Tja. Gewoon een aardig, nog wat naïef meisje dat verliefd wordt op een gewone aardige jongen, in ongewone omstandigheden. In het nawoord bedankt Verburg zijn kort geleden overleden hoofdpersoon voor haar bereidwilligheid om haar pijnlijke geschiedenis met hem te delen.
Verburgs tekening van het kleinburgerlijke gereformeerde milieu van de jaren veertig is helder en realistisch, maar niet heel opzienbarend. Ook kruipt hij knap in Annie’s huid: over het algemeen is haar gepieker heel voorstelbaar, al klinkt er in haar overwegingen soms te veel kennis van nu mee.
Maar wat deze onderhoudende, maar weeë roman eigenlijk dwars zit, is juist Verburgs intentie, vanaf de eerste bladzijde voelbaar, om met het grote taboe te breken. De lieve verstandige Annie, de mooie sympathieke Johann, de niet heel agressieve NSB-vader, de ziekelijke moeder, het zijn gewone mensen die zo goed en zo kwaad als dat gaat voortleven. Verburg tekent de grijsheid van dit milieu van binnenuit: typisch een familie waar je met goed en fout niet gemakkelijk wegkomt. Alleen, Romeo en Julia worden Johann en Annie zo niet, en ‘Duindorp’ wordt ook geen Hiroshima. De grote geschiedenis is bekend, de afloop van deze persoonlijke geschiedenis wordt daardoor voorspelbaar. En de hoofdpersonen zijn een beetje saai.

Nederlands Dagblad, 24 april 2009
door Monica van den Berg
De ondertitel van deze roman had achterwege kunnen blijven. Zelfs als dit verhaal niet waargebeurd zou zijn, dan nog is het waar, levensecht. Een goed verhaal is uiteindelijk altijd waargebeurd, omdat wat de auteur vertelt overal en altijd kan gebeuren. Maar goed, vanuit het oogpunt van de marketing is de keuze wel gerechtvaardigd.
Lezers zijn toch vaak net iets nieuwsgieriger naar iets wat echt gebeurd is, dat maakt een drama vaak nog een tikkeltje dramatischer.
In een tijd waarin mensen die de oorlog hebben meegemaakt een voor een wegvallen, heeft Alex Verburg iemand gevonden die bereid is over háár oorlog te vertellen. Het verhaal van Annie (haar echte naam blijft geheim) sluit aan bij de manier waarop de oorlog de laatste tijd vaker ter sprake komt in boeken. Er is tegenwoordig meer aandacht voor het gewone leven. Na alle spectaculaire geschiedenissen over heldhaftig verzet en vreselijk verraad zou je haast vergeten dat het leven gewoon doorging, terwijl de strijd even verderop woedde. Dat er ook gewone dingen gebeurden: mensen die ziek zijn, kinderen die geboren worden, prille liefdes, huiselijke onenigheid, toekomstdromen. Kwaad en goed zijn niet zo eenvoudig te scheiden, ook niet in een oorlog.
Dwalingen is het verhaal van een dochter van een NSB’er, maar zij heeft zelf niets op met de bezetting. Ze wordt ook nog eens verliefd op Johann, die werkt voor de Duitse Arbeitsdienst. Het gezin wordt door de buitenwereld gemeden en intern verscheurd. De lezer krijgt geen slechte vader te zien die heult met de vijand en ook geen goede dorpsgenoten, die vriend en vijand liefhebben – maar de andere kant van de medaille: de worsteling van mensen die zich geen raad weten met wat er buiten hun veilige leefomgeving wordt besloten, wordt bevochten. Ze moeten voortdurend keuzes maken, of ze nu willen of niet.
Verburg is geen auteur die met grote stappen door het verhaal loopt. Hij schrijft geen verhaal waarin allerlei thema’s kunstig met elkaar verweven zijn en alle technische hulpmiddelen uit de kast worden gehaald. Nee, hij is bij uitstek de schrijver die behoedzaam door de woonkamer van zijn personages loopt, zijn koffiekopje voorzichtig op de tafel zet en bedachtzaam speurt naar de kleine details. Zijn pen doopt hij in soberheid en eenvoud en zo wordt het verhaal misschien niet opzienbarend, maar wel soepel en vlot leesbaar. Opvallend aan deze roman is de manier waarop de auteur het geloof in het verhaal heeft geweven. Voor Annie speelt het geloof een belangrijke rol. Zij blijft naar de kerk gaan, hoewel de kerkgangers haar daar wegkijken. Ze blijft bidden, hoewel de zorgen thuis alleen maar groter lijken te worden. Haar relatie met God is eenvoudig, kinderlijk, maar ontroerend echt weergegeven. Er zijn veel auteurs die wel schrijven over geloof, maar de toon niet treffen, of alleen maar op een flauwe manier weten af te geven op God en gelovigen. Verburg heeft echter zijn best gedaan om recht te doen aan de religiositeit van Annie, haar ouders en de mensen om haar heen, zonder de scherpe kantjes eraf te vijlen. De kracht van Dwalingen is tegelijk een zwakke plek: het liefdesdrama is zo mooi en ontroerend dat het af en toe dreigt af te dalen tot het niveau van een romantische film, waarvan je de afloop kunt vermoeden. Natuurlijk, Annie is nog jong, de bakvisachtige romantiek hoort ook bij haar. De lok van zijn haar die ze afknipt en bewaart, de dromerige sfeer van haar brieven… Ook dat is echt, maar het mist soms de spanning die nodig is voor een sterk verhaal. Johann is net wat te veel de oosterse prins, zuiver en goed, en Annie te veel het onschuldige, gewone burgermeisje. Hoe het ook zij, veel lezers zullen dit burgermeisje, of zij nu dwaalde of niet, in hun hart sluiten.

Tineke Beishuizen, Libelle nr. 19, mei 2009
:
Dwalingen speelt zich af in een klein vissersdorp aan de kust.
In een streng gelovig, vreugdeloos gezin groeit een meisje op dat in alle opzichten een voorbeeldige dochter is. De belangrijkste mensen in haar leven zijn haar ziekelijke moeder, haar vader, die NSB’er is en die naarmate de oorlog vordert steeds meer genegeerd wordt door de andere dorpsbewoners, en tot slot een broer die opstandig is, maar niet rebels genoeg om de onvoorwaardelijke strengheid van het gezin te trotseren.
Totdat ze verliefd wordt op een Duitse soldaat,  een aardige jongen die in de duinen bij het dorp de werkpaarden van de Duitsers moet verzorgen. Het mooie van dit verhaal is dat de oorlog eigenlijk maar een heel kleine rol speelt in het dorpsleven. Af en toe dringt hij zich op, als een joodse familie wordt weggehaald. Ook zijn er mensen die stiekem luisteren naar de toespraken van koningin Wilhelmina vanuit Londen, maar belangrijker zijn het kerkbezoek, de mening van ‘de mensen’, het fatsoen dat hoog gehouden moet worden, en de verschillen van inzicht die beslecht worden met Bijbelteksten. In die omgeving is er nauwelijks plek voor de gevoeligheid van het meisje Annie en zeker niet voor haar liefde, die wordt gezien als verraad van de eerste orde, waar ze na de oorlog dan ook voor moet boeten.
Het waargebeurde verhaal is fascinerend in zijn soberheid en ik heb het in één adem uitgelezen.

Petra Blokhuis in Een goede zondag (EO), 3 mei 2009:
Een erg goed boek. Ik kan het u van harte aanbevelen.

Frits Spits in
Tijd voor Twee (KRO), 6 april 2009:
Een ontroerende liefde in een afschuwelijke tijd.

Iedereenleest.be
door André Oyen
Citaat: ‘Ze wilde ook voor Johann bidden, maar daar stokte haar gebed. Kon dat wel, mocht je bidden voor iemand van een bezettende macht?’
Alex Verburg weet toch steeds weer enorm te charmeren. Zijn taalgebruik is fenomenaal en zijn manier om gevoelig liggende dingen te benaderen is telkens opnieuw bewonderenswaardig. Die positieve eigenschappen maken ook dat hij in zijn journalistieke werk mensen kan warm maken voor iets wat niet direct populair te noemen is. De pijnlijke naweeën van oorlog en collaboratie in Vlaanderen en Nederland waren (en zijn soms nog) een uiterst gevoelige zaak. Vrouwen die een relatie met een Duitser hadden gehad, konden de toekomst voor bekeken houden.
En over zo een relatie draait het allemaal in Dwalingen. En al vanaf bladzijde één betrekt de auteur zijn lezers met een enorme intensiteit bij zijn hoofdpersonage. Dat komt natuurlijk ook omdat hij zijn hoofdpersonage gebaseerd heeft op iemand die werkelijk bestaan heeft en die haar verhaal tegen hem verteld heeft. Hoe ‘fout’ was een vrouw die verliefd werd op een Duitse man? In dit boek hanteert de auteur dezelfde tactiek als die hij gebruikte in Het huis van mijn vader. Ook hier draaide het om een liefde die niet kon en die verteld werd met veel sereniteit door de persoon die het allemaal zelf meegemaakt heeft.
De zeventienjarige Annie die midden in de oorlog verliefd wordt op de Duitse Johann is een keurig, schuchter meisje, dat vooral op deze zachtmoedige, sympathieke Duitser valt omdat ze hem razend knap vindt, politiek interesseert haar niet. Ze beseft wel heel vaag dat wat ze doet niet hoort in tijden van oorlog maar haar liefde is té sterk. Annie’s vader sympathiseert met de NSB en dat zorgt voor strubbelingen in zijn gezin.
Alex Verburg kreeg van de werkelijke Annie toelating om haar verhaal te vertellen, op voorwaarde dat hij haar identiteit niet zou prijsgeven. Dwalingen is een heel intens, doorleefd boek. Het schetst niet alleen een heel mooi beeld van Annie, maar het geeft vooral een duidelijke kijk op het dorpsleven ten tijde van de oorlog en er vlak na. Bijzonder sterk boek.

Ansiel.cinebelblogs.be
door André Oyen
Nadat ik ooit in een radioprogramma het romandebuut van Alex Verburg uit 2002, Het huis van mijn vader, lovend had besproken, kreeg ik enkele weken nadien van een mevrouw te horen dat ze aanvankelijk het thema van dit boek niet zo denderend vond, maar doordat het zo mooi geschreven was, kon ze niet stoppen met lezen en begon ze het steeds meer te waarderen en vond ze het op het eind een schitterend werk. Ja, Alex Verburg kan de dingen wel verkopen. Zijn taalgebruik is fenomenaal en zijn manier om gevoelig liggende dingen te benaderen is telkens opnieuw bewonderenswaardig. Die positieve eigenschappen maken ook dat hij in zijn journalistieke werk mensen kan warm maken voor iets wat niet direct populair te noemen is. Ik lees hem ontzettend graag, maar omdat ik Dwalingen niet in opdracht moest lezen, heb ik het boek steeds opnieuw voor mij uitgeschoven omdat ik, alhoewel na WOII geboren, de pijnlijke naweeën van oorlog en collaboratie in mijn omgeving heb kunnen vaststellen. In Vlaanderen en Nederland was (en is soms nog) het begrip voor collaborateurs en hun familie een uiterst gevoelige zaak. Vrouwen die een relatie met een Duitser hadden gehad, konden de toekomst voor bekeken houden. En over zo een relatie draait het allemaal in dit boek. En al vanaf bladzijde één betrekt de auteur zijn lezers met een enorme intensiteit bij zijn hoofdpersonage. Dat komt natuurlijk ook omdat hij zijn hoofdpersonage gebaseerd heeft op iemand die werkelijk bestaan heeft en die haar verhaal tegen hem verteld heeft.

Hoe ‘fout’ waren de vrouwen die verliefd werden op Duitser?
In Dwalingen hanteert de auteur de auteur dezelfde tactiek als die hij gebruikt in Het huis van mijn vader. Ook hier draaide het om een liefde die niet kon en die verteld werd met veel sereniteit door de persoon die het allemaal zelf meegemaakt heeft.
Annie is vijftien wanneer WOII uitbreekt. Ze is verstandig en ze had graag verder gestudeerd, iets in vreemde talen bijvoorbeeld. Haar onderwijzer pleit ervoor bij haar thuis dat ze verder moet studeren, maar Annies ouders beslissen dat ze moet thuisblijven om het huishouden te doen en voor haar zieke moeder te zorgen. Annies oudere broer en zus zijn, met de nodige ruzies, het huis uit. Enkel haar broer Aaik en zij blijven nog bij hun al oudere en ruziemakende ouders. Annie probeert er het beste van te maken, maar dat is niet makkelijk, want haar vader is een NSB’er waardoor een groot deel van het dorp het gezin met de nek aankijkt. Aaik werd afgewezen door zijn vriendin en kan dit niet verwerkt krijgen.
Annie wordt verstikt in deze loodzware omgeving en klampt zich dan ook vast aan haar vriendschap met Selma, de enige vriendin die nog met haar wil en durft omgaan. Selma is een vrolijke meid, die grootse dromen heeft, die ze absoluut niet gerealiseerd krijgt, maar God (hij is permanent in het boek aanwezig) schiep de dag en Selma vliegt erdoorheen. Door Selma leert Annie Johann kennen, een jonge Bessarabische Duitse soldaat, knap en zachtaardig. Annie en Johann worden verliefd, maar ze houden het vrij rustig, er wordt gekust maar verder blijft alles kuis. ‘Tot alles er klaar voor is, zal ik wachten.’
Johann moet naar het front en Annie blijft alleen in koud en wraakzuchtig Nederland. Haar jonge leventje wordt zoals bij zovelen in die tijd door dood, honger en verdriet overheerst en helaas brengt het einde van de oorlog ook nog niet direct vrede voor Annie.

Dwalingen is een mooi en doorleefd boek. Het verhaal wordt verteld met veel liefde en begrip voor het personage van Annie, en geeft tevens een goede kijk op een huiveringwekkende dorpsgemeenschap in oorlogstijd.

Recensieweb.nl
door Judith Mulder
‘Maar als ik jou nou de omgang ten koste van alles verboden had, had ik je dan al dit verdriet kunnen besparen?’ Annies moeder vraagt het haar dochter aan het begin van Dwalingen, de waargebeurde liefdesgeschiedenis van een Nederlands meisje en een Duitse jongen. Het is de derde roman van Alex Verburg – na Het huis van mijn vader (2002) en En najagen van wind (2004) –, en het overtuigt.
1942. Annie, zeventien jaar oud, loopt met Johann, een Duitser. Het was liefde op het eerste gezicht tussen het brave, schuchtere meisje en de serieuze jonge soldaat, die gestationeerd is in de stallen van Langeveld. Al snel nemen de praatjes en het gesmiespel echter hand over hand toe en Annie gaat zich steeds minder thuis voelen in het kleine, christelijke kustplaatsje Duindorp. Zelfs haar zus wil niet meer met haar praten. En ja, haar vader is tegen de zin van moeder NSB-lid geworden, een onenigheid die exemplarisch is voor een vreugdeloos huwelijk. Maar zíj accepteren Annies keuze wel. Toch is er voortdurend een sluimerend schuldgevoel aanwezig.
Maar wat doet ze eigenlijk fout? Dat is de vraag die Annie zichzelf stelt en die als een rode draad door het boek loopt. Heeft ze te makkelijk toegegeven aan haar gevoelens? Dwaalt ze daarin dan af van het rechte pad? Ze bidt toch iedere dag, en zorgt toch met volle toewijding voor haar zieke moeder? Annie heeft geen antwoord. Enerzijds omdat er geen eenduidig antwoord te geven is op de vraag wie goed en fout was, anderzijds ook omdat de vragen vervliegen in de waan van de dag, in de nood om te overleven. Bovendien wil ze helemaal niets met politiek en de oorlog te maken hebben; het gaat haar enkel en alleen om haar liefde voor Johann.
Die allesomvattende liefde zit hem in kleine dingen. Samen gaan ze naar de jaarlijkse kermis, ze verlangt de hele week naar de ritjes te paard die ze met Johann maakt, en voor haar verjaardag wil ze geen ‘echt’ cadeau: een haarlok van Johann maakt haar al zielsgelukkig.
Nergens wordt Verburg in zijn beschrijvingen sentimenteel, eerder blijft hij als een objectieve registrator aan de zijlijn staan: ‘Ze gedroegen zich zoals geliefden zich nu eenmaal gedragen. Aanrakerig. Elkaars verhalen indrinkend alsof ze over de grootste wonderen gingen ooit aan de mensheid geopenbaard. Wellicht kende hun samenzijn een nog net iets grotere intensiteit, omdat beiden wisten dat het zomaar voorbij kon zijn, ook al spraken ze daar nauwelijks over.’
Als ze afscheid van elkaar moeten nemen omdat Johann elders gestationeerd wordt, fluistert Annie: ‘Dank je wel voor wie je bent.’ Alle brieven die Johann vanuit verre oorden schrijft, beantwoordt zij met minstens twee brieven terug. Het zijn voor hem ‘zonnestralen tussen de zwarte wolken’. De zonnestralen zijn echter van korte duur; de politiek haalt hun liefde in.
Verburg is een meester in het neerzetten van gedetailleerde sfeerbeschrijvingen, en dat wordt duidelijk als we de kievit hoog in de lucht zijn eigen naam horen roepen, er anemonen in het dorp bloeien, Annies jurk van een gebloemde beddensprei gemaakt blijkt of de geur van stro naar voren komt: ‘Ze snoof de kruidige geur van vers stro op, van haver en paardenvijgen. Vliegen gonsden door de ruimte, sommige met glanzende rugschildjes van pauwachtig blauw en groen.’
Verburg vervalt nergens in moralistische overpeinzingen. De vraag of en door wie er dwalingen zijn begaan, laat hij open. Geen sentiment, oog voor sfeer, en geen gemoraliseer. Als een kermiswaarzegster zegt dat iedereen even volkomen en onvolkomen is als de ander, dan gaat dat terloops. Dwalingen pretendeert geen grote wijsheden in pacht te hebben, maar kabbelt zachtjes voort, ingetogen en genuanceerd. Een eerlijk, leesbaar en echt verhaal om van te genieten.

Ezzulia.nl
door Gerd Boeren
Voor hij op zijn bijna vijftigste debuteerde met de roman Het huis van mijn vader, had Alex Verburg al een lange carrière als journalist achter de rug. Vooral als interviewer maakte hij naam en hij publiceerde de gesprekkenbundel Gelijk het gras die de vergankelijkheid van het bestaan als onderwerp had. Dat Verburg uitblinkt in het optekenen van verhalen van anderen, blijkt ook uit twee andere opmerkelijke werken van zijn hand, Het voorlopige leven van Liesbeth List, een biografie, en De verzoening, het verhaal van Hank Heijn, de weduwe van Gerrit Jan Heijn.
In zijn nieuwste roman Dwalingen vertelt Alex Verburg de waargebeurde geschiedenis van een vrouw die op haar zeventiende, tijdens de Duitse bezetting in WOII, verliefd werd op een Duitser. Verburg kreeg van deze dame toelating om haar verhaal te vertellen, op voorwaarde dat hij haar identiteit niet zou prijsgeven. Daarom heeft Verburg het steevast over Annie uit het Hollandse kustdorp Duindorp.
Annie is amper vijftien als WOII ook de rust in het rustige dorpje verstoort. Hoewel ze een goed stel hersenen heeft en haar schoolmeester ervoor pleit om haar verder te laten studeren, beslissen Annies ouders dat ze moet thuisblijven om het huishouden te doen. Annies oudere broer en zus zijn, met de nodige ruzies, het huis uit. Enkel haar broer Aaik en zij blijven nog bij hun al oudere ouders. Annie probeert er het beste van te maken, maar dat is niet makkelijk. Moeder is door haar ziekte aan bed gekluisterd, vader is een NSB’er waardoor een groot deel van het dorp het gezin met de nek aankijkt, Aaik werd afgewezen door zijn vriendin en is vaak ongelukkig. Annie trekt zich op aan haar vriendschap met Selma. Selma komt uit een veel vrolijker gezin en kan het zich zelfs in de oorlog veroorloven om van het leven te genieten. Door Selma leert Annie Johann kennen, een jonge Duitser die voor de Duitse Arbeitsdienst werkt. Johann is net zo goed een oorlogsslachtoffer: zijn land werd door Duitsland geannexeerd en hij moest zijn familie en zijn kudde achterlaten om in het koude Holland voor paarden te gaan zorgen. Annie en Johann worden verliefd, er is geen sprake van een onstuimige liefde, eerder van een voorzichtige, intens beleefde verliefdheid. Het einde van de oorlog, waar Annie zo naar uitkeek, brengt helaas niet alleen vreugde.
Dwalingen is een heel intens, doorleefd boek. Het schetst niet alleen een prachtig beeld van Annie, het meisje dat het allemaal zo oprecht goed voor heeft, maar het geeft ook een zeer waarheidsgetrouwe indicatie van het dorpsleven ten tijde van de oorlog en er vlak na. Sommige mensen werden beter van de oorlog, en dat zijn niet diegenen die achteraf voor de hele gemeenschap te kijk gezet werden. Dat gegeven roept tot vandaag nog controverse op. De getuigenis van deze mevrouw, opgetekend door Verburg, is een historisch document om te koesteren.

Chroom.net/proza.htm
door Marijntje Gerling
Over schuld, onschuld en de grensgebieden daar tussenin gaat het in de nieuwste roman van Alex Verburg. Maar misschien gaat het nog wel meer over de liefde. ‘Een waargebeurd liefdesdrama in oorlogstijd’ meldt de omslag bij wijze van ondertitel. Hoofdpersonage is Annie, jongste dochter uit een gezin van vier. Ze heeft de zorg over haar moeder, een bedlegerige vrouw. Haar vader is een zure betweter die met zijn gedrag het hele gezin terroriseert en die zijn sympathie voor de NSB niet onder stoelen of banken steekt. De grauwe oorlogsjaren krijgen voor Annie echter een positieve draai als ze de aantrekkelijke Johann ontmoet.
De opbouw van het boek is zonder meer knap. In de proloog blijkt Annie een brief gekregen te hebben, waarin gevraagd wordt of ze haar verhaal wil doen en zo haar oorlogservaringen in een boek bekend wil maken. Deze onverwachte vraag zorgt voor twijfel bij Annie. Ze vraagt zich onder andere af of haar verhaal wel een heel boek waard is.
Dit is waarschijnlijk ook een gedachte die vooraf bij de lezer zal opkomen, want wat voegt dit liefdesverhaal uit de tijd van de Duitse overheersing toe aan bestaande literatuur met dezelfde thematiek? Vindt men in bijvoorbeeld werken als J. Bernlefs ‘Een jongensoorlog’ (eerder gepubliceerd onder de titel ‘Stukjes en beetjes’) of Jan Cartens’ ‘Oorlogsbruid’ niet vergelijkbaar materiaal? Misschien krijgen we een antwoord als we dieper op dit oorlogsrelaas ingaan.

Kerk en moraal
Vooralsnog moet Annie eerst beslissen of ze haar levensverhaal wel prijs wil geven. ‘En waar wilde hij dan beginnen?’ vraagt ze zich af. Annies vader is al vroeg lid geworden van de NSB. Die keuze stempelt het gezin, ook de handel en wandel van Annie. Zelfs (of misschien wel: juist) in de kerk voelt de zeventienjarige zich bekeken en bekritiseerd. ‘Sinds de bezetting zocht zij steevast een plaatsje achterin, voor het geval dat mensen aanstoot zouden nemen aan haar aanwezigheid. Maar wegblijven zou ze niet, dat nooit. Ook zij was een kind van God, net zo goed.’
Kerk en geloof speelt een grote rol in het Zuid-Hollandse Duindorp. En met dit geloof gaat ook een flinke, christelijke moraal gepaard. Wanneer Annie verkering krijgt met de charmante, Duitse Johann, een Bessarabiër van oorsprong die gelegerd is in het vissersdorp, zijn de wijze raadgevingen niet van de lucht. ‘In haar hoofd klonken de waarschuwingen van thuis, de lucifer die uit de buurt van het strootje moest blijven […].’
Cruciaal is het bezoek van de geliefden aan (nota bene!) de kermis. Deze passage vormt letterlijk en figuurlijk het hart van het boek. Hier gaat het niet om schuld en onschuld, dit is de grijze zone, daar waar het echt spannend wordt. Ze komen bij een waarzegster met een glazen bol in een sterk naar wierook riekende tent terecht. Zij spoort hen aan vooral van elkaar te genieten.
Deze paar bladzijden zijn alles wat een roman moet hebben. Duisternis, helderheid, sterke dialogen, vooruitwijzingen. Treffend zijn de woorden van de toekomstvoorspelster, die Johanns dood voorziet en Annie op een cryptische wijze op de hoogte brengt van haar lot: ‘Ze keek Annie aan met ogen die straalden, maar waarin tegelijkertijd iets droevigs school.’

Schuld en boete
De twee beleven een romantische tijd, maar al vlug moet Johann weg uit Duindorp. Hij wordt overgeplaatst. Ter herinnering aan hun samenzijn schrijft Annie voor Johann in een zakbijbeltje Psalm 32 over. ‘Ik zal u onderwijzen, en u leeren van den weg, dien gij zult gaan; Ik zal raad geven; Mijn oog zal op u zijn. Het was een van de boetepsalmen, dat wist ze niet.’ Opnieuw komen schuld en boete dus weer bovendrijven.
Niet lang daarna komt het vreselijke bericht dat Johann omgekomen is. Met het verdriet komt ogenblikkelijk ook de twijfel en spijt. Hadden ze niet gewoon, zoals de waarzegster hen op het hart had gebonden, één vlees moeten worden? Ook Annies moeder is onzeker of zij niet heeft meegewerkt aan de treurige afloop. ‘“Je weet nooit of je goed doet of verkeerd,’ zei ze. “Maar als ik jou de omgang ten koste van alles verboden had, had ik je dan al dit verdriet kunnen besparen?”’

Moffenhoer
Na de oorlog wordt Annie als moffenhoer bestempeld. Wat er dan met haar gebeurt, is buitengewoon traumatisch. Ze blijft in het dorp wonen, maar gaat in het vervolg naar de kerk in een naburige plaats. Daar doet ze ook belijdenis van haar geloof. ‘De jonge predikant had een toepasselijke tekst voor haar uitgekozen, 1 Samuël 16 vers 7: Want het is niet gelijk de mens ziet; want de mens ziet aan, wat voor ogen is, maar de Heere ziet het hart aan.’

Liefdesdrama
Dwalingen is alles bij elkaar een zeer indrukwekkend, ontroerend en boven alles voortreffelijk geschreven verhaal. Vraag is echter of dit eenvoudige ‘waargebeurde liefdesdrama’ als literair proza moet worden gepresenteerd. Buiten de aandacht voor motieven als goed en kwaad, schuld en onschuld, mist het verhaal los van het bezoek aan de waarzegster een zekere (filosofische) diepgang. Dat is helemaal niet erg, het was waarschijnlijk ook niet de bedoeling van de schrijver. Belangrijker is: Dwalingen is een volstrekt uniek verhaal dat niet leunt op literaire voorgangers en in die zin is het werk zeker geslaagd.

Jan Willem Papo, Tekst & omstreken, april 2009:
Zorgvuldig taalgebruik en precieze beschrijvingen, de schrijver neemt er de tijd voor. En daar kun je als lezer alleen maar van genieten, want vaak worden romans zo niet meer geschreven. Zogenaamd kabbelend, maar ondertussen. Het wordt spannend en nog spannender, een echte pageturner. Je kunt niet anders dan meeleven met de hoofdpersonen en meegaan in de beklemmende sfeer van dat gezin. En ongelovig als je als lezer kunt zijn, moet je haast wel meebidden om de goede afloop. En net als je zou bezwijken onder het juk van meelevendheid en het zware lot dat allen dreigt te treffen, zijn er relativerende momenten, zinnen als: ‘Dezelfde avond nog had Annie het uitgemaakt. Niet om die veertien kinderen, daar was ze altijd zelf nog bij. Maar om het geharrewar.’ Fijn boek!

Van: Sabine Lichtenstein
Verzonden: zondag 14 juni 2009 11:10
Lieve zanglijster,
Iemand die zo’n mooi, goed boek heeft geschreven, verdient die benaming! Ik heb het, voor zover het leven het toeliet, in één ruk uitgelezen en je erg bewonderd. Dwalingen is niet alleen goed geschreven (ik ben altijd al dankbaar als ik geen zinnen tweemaal moet lezen of steeds over onhandigheden moet vallen), maar het is ook kunst, met de steeds terugkerende tweestemmigheid, de verwijzingen en verzwijgingen. Ik moest bij bepaalde terugkerende motieven (bijvoorbeeld dat het daar in die nieuwbouw van de familie Zandhuis minder tocht, het “dus” van tante Marie), die per definitie geestig zijn, aan Thomas Manns techniek denken, en bij de zwijgzaamheid aan Heinrich von Kleist (ik denk dat je diep onder de indruk zou zijn van diens vreemd moderne Michael Kohlhaas, dat door Kafka werd aanbeden en dat zich eveneens met de strijd om recht bezighoudt) en bij de landschapsschilderingen zelfs een beetje aan Stifter. Er zijn ook verschillen tussen hen en jou. Stifter briljeert vooral in dramatische verschijnselen als natuurcatastrofes, zoals in Die Mappe meines Urgrossvaters, waar Mann veel van heeft geleerd, en blijft inhoudelijk hangen in de provincie, terwijl jij de provincie als een van de locaties gebruikt voor iets mondiaals én om de landschappelijke schoonheid te bezingen. En het genie Kleist schrijft niet alleen onderkoeld door gedachten aan de lezer over te laten maar ook onderkoelder in stijl dan jij, die het detail liefdevol belicht. Van Kleist heb ik als scholier al geleerd welk effect zwijgzaamheid kan sorteren (om daar dus persoonlijk geen gevolgen aan te verbinden!).

Beleerd voelde ik me overigens niet door je (verzwegen) boodschap, eerder bevestigd in mijn woede en angst voor “het volk”, “de massa”, “de mensch”. Dat aanklagen heb je virtuoos gedaan. Als iemand dit een slecht boek noemt, dan doet hij of zij niet meer dan zichzelf aan de kaak stellen. Als wat? Als iemand die er niet tegen kan dat ethische oordelen (soms) erg ingewikkeld zijn. Of als iemand die zich moet herkennen als mensch, bijvoorbeeld in de personages die het zich gemakkelijk maken in het oordelen en straffen of dat zelfs misbruiken voor eigen doeleinden. Of simpelweg als iemand die geen zin had het boek te lezen.
Had je werkelijk het geluk dat die menselijke tegenstellingen — joodse en foute familie, maagd Annie en zwangere Selma e.d. — zich in het echt hebben voorgedaan in de “Vorlage”? Als je het geluk naar je hand hebt gezet, dan lijkt me dat een verstandige keus. Want met die tegenstellingen hoefde je niet openlijk te oordelen maar kon je levens tonen, kunst maken.

Dwalingen laat zien dat oordelen ingewikkeld is. Ik vind Dwalingen je beste boek tot nu toe. Je bent een kunstenaar. Je hebt niet alleen een tijd opgeroepen, zodat ik me als lezer gedurende uren in die periode en op die plaats aanwezig heb gevoeld, maar je hebt iets opgeroepen om iets teweeg te brengen.

Heel veel dank!