
Het voorlopige leven van Liesbeth List
Het voorlopige leven van Liesbeth List is meer dan het levensverhaal van Nederlands bekendste chansonnière. Het is een tijdsbeeld, de geschiedenis van de volwassenwording van een ‘losgeslagen naoorlogse jeugd’, zoals ze het zelf uitdrukt. De zoektocht voert voor velen langs groepsseks en experimenten met LSD, maar haar biedt dat niet ‘de rust waar het hart naar verlangt’.
Liesbeth List, de muze van menig schrijver en kunstenaar, krijgt de zegen van Toon Hermans en Jacques Brel, maar bovenal van Ramses Shaffy, haar ‘ontdekker’. Met hem beleeft ze bizarre avonturen en sluit ze een verbond dat ondanks diepe dalen een leven lang zal duren.
De zangeres vertelt openhartig over haar buitenissige kinderjaren, de tijd in het jappenkamp, de zelfmoord van haar moeder, haar weg door de labyrinten van Amsterdam in de jaren zestig, haar relaties en de ontmoetingen met beroemdheden als Juliette Gréco, Theodorakis, Brel, Bécaud, Adamo, Aznavour en, weliswaar in de geest, Edith Piaf, die haar een glorieuze comeback bezorgt.
Het voorlopige leven van Liesbeth List is ondanks veel tegenslagen een omzien in vreugde, al is terugblikken nooit haar sterkste punt geweest: ‘Jeugdsentiment? Ramses en ik kenden het niet. We zouden het worden voor de generaties die met ons op- en meegroeiden. Wij zóngen gewoon.’
Het voorlopige leven van Liesbeth List
Archipel 2001
ISBN 90-6305-010-0
195 pp.
Uitverkocht
Recensies
de Volkskrant, 29 november 2001
door Hein Janssen
Voor de meer intieme details, voor de verhalen over zwoel Amsterdam in de jaren zeventig, over drank en feesten, de hippies en de stickies, de gebroken liefdes, biedt Alex Verburgs Het voorlopige leven van Liesbeth List voldoende leesvoer. Een tijdsbeeld wordt het genoemd, en dat is het ook, opgetekend uit de mond van List zelf met wie Verburg een groot aantal gesprekken heeft gevoerd. […] Verburg – een ghostwriter met een naam – laat het boek in twee delen uiteen vallen: ‘Mijn jeugd’ en ‘Van Shaffy tot Piaf’. In Mijn Jeugd is vooral Elly Driessen (Lists echte naam) aan het woord. Over haar prille jeugd in het Jappenkamp, over de pleegouders op Vlieland, over de dochter van de vuurtorenwachter die zij toen ineens werd. Het is een zoektocht naar wie ze is geweest, als kind, als meisje, een soms wanhopig antwoord zoeken op de vraag wie haar ouders waren. Een familiekroniek, geïllustreerd met foto’s en toegelicht met brieven die ze schreef en kreeg van verre familieleden.
In het tweede deel komt vooral de carrière aan bod, van het beginnende zangeresje dat door Ramses werd ontdekt in het Amsterdamse artiestencafé Le Fiacre (1962) tot haar grote succes in de musical Piaf (1999). De woelige jaren in Amsterdam worden smeuïg verteld, met tal van pikante details waarin List gaandeweg evolueert van een Vlielandse Alice in Wonderland tot de chansonnière fatale die de mannen het hoofd op hol brengt. […]
Als Ramses Shaffy de tastbare rode draad in haar leven is, moet haar intense onzekerheid de ongrijpbare zijn. Ze heeft, zo blijkt uit vele bladzijden, behoorlijk geleden onder de arrogantie van de intellectuelen die haar au fond toch vooral zagen als ‘dat zangeresje’, en onder de critici die steeds weer vonden dat haar carrière nu toch echt in het slop zat. Altijd onzeker, nooit onopgemaakt de straat op, nooit zomaar in een of ander jurkje in het openbaar. Altijd op en top in de make-up, het haar gecoiffeerd, mooie pakjes aan van Govers of Vos of Molenaar. […]
‘Ik ben niet gelukkig met Cees geweest.’ Zo begint hoofdstuk 3 van het tweede deel van Het voorlopige leven. In het verloop daarvan wordt geserreerd verslag gedaan van een op voorhand gedoemde relatie. List is daarin ondubbelzinnig openhartig, maar zonder wrok, en dat onderlijnt haar ruimhartigheid. […]
NRC Handelsblad, 30 november 2001
door Henk van Gelder
Het voorlopige leven van Liesbeth List, met bijpassend inlevingsvermogen geschreven door de journalist Alex Verburg, doet heel wat uit de doeken. Met behulp van authentieke – en soms hartverscheurende – brieven die ze pas vele jaren later in handen kreeg, schetst de zangeres het beeld van twee jonge en pas getrouwde mensen die door de Japanse bezetting werden gescheiden en elkaar pas in januari 1946 terugzagen. Inmiddels was haar moeder echter zozeer door de oorlog verzenuwd geraakt, dat ze een paar dagen na de hereniging zelfmoord pleegde. Haar vader vond toen snel een nieuwe vrouw, met wie hij terugkeerde. En in de zomer van 1949 werd het dochtertje, na een gesprek dat niet langer dan vijf minuten kan hebben geduurd, ondergebracht bij een kinderloos echtpaar op Vlieland.
Liesbeth List en haar ghostwriter maken er geen larmoyant uitgesponnen verhaal van; het is tamelijk droog opgeschreven. Maar er staat genoeg in om te begrijpen waarom de rest van haar levensgeschiedenis zo vaak wordt gekenmerkt door onzekerheid en door anderen die haar kennelijk op sleeptouw namen. ‘Seks overkwam mij, ik nam er niet aan deel’, is een typerend zinnetje – blijkbaar is haar op diverse gebieden veel overkomen.
Nieuwsblad van het Noorden, 1 december 2001
door Jacques d’Ancona
Alex Verburg heeft het boek in de vorm van een List-monoloog geschreven. Snel en slagvaardig, in een geroutineerde, beeldende en heldere stijl, zonder literaire pretenties. Leesbaar en soms op een verbijsterende manier onthullend, zeker met betrekking tot het verdriet dat Liesbeth List overkwam. […] De toonzetting van een reeks gebeurtenissen is bijna zakelijk, op de grens van relativerend. Ook als het over haar loopbaan gaat in deel II is het – en dat is het aardige – geen hijgerig eerbetoon aan een vedette.
Nederlands Dagblad, 15 december 2001
door Herman Veenhof
Het voorlopige leven van Liesbeth List is in alle ingehouden emotie en korte tussenzinnen diep ontroerend.
Algemeen Dagblad, 17 december 2001
door Nico Heemelaar
Journalist Alex Verburg moet heel wat uurtjes in huize List hebben gezeten voor dit openhartige levensverhaal. […] Verburg heeft een goede naam als interviewer. De List-biografie heeft hij opgeschreven vanuit het perspectief van de ondervraagde. Het boek leest als een langgerekt interview vol opmerkelijke citaten.
Biblion
door Martin de Jong
Zoals de achterflap terecht opmerkt, is dit boek meer dan een levensverhaal: het is ook een tijdsbeeld. Met name in de jaren zestig kruist een duizelingwekkend aantal nationale en internationale beroemdheden Lists pad, variërend van soulmate Ramses Shaffy tot stille aanbidder Mike Love (Beach Boys) en zelfs een licht beschonken W.F. Hermans voor wie ze door de telefoon Brels lied ‘Brussel’ zingt. Dat ook het leven buiten de schijnwerpers aan de orde komt, maakt dat het boek niet verzandt in anekdotiek. De journalist Alex Verburg heeft van zijn gesprekken met List een verzorgde, snel lezende biografie gemaakt.
Kkunst.com: Alex Verburg weet de juiste toon te vinden om het leven van Liesbeth List voor te stellen. Een groot pluspunt hierbij is dat het boek volledig in de ikvorm is geschreven. Je wordt als lezer veel meer betrokken bij het verhaal en je wordt meegesleept.
Joost Zwagerman (Column in NRC Handelsblad, 5 januari 2002 – ‘Vuile was in boekvorm’)
… door I.M. kwamen wij bij vlagen méér te weten dan van onze eigen partner. Ik neem tenminste aan dat niet iedereen bekend zal zijn met het darmenstelsel van zijn geliefde, maar al in het begin van I.M. nam Connie Palmen ons bij de hand teneinde een afdaling te maken in Ischa’s ingewanden.
In de recent verschenen memoires van Liesbeth List, opgetekend door Alex Verburg, blijft de inwendige mens op afstand. Nu heeft List natuurlijk in eerste instantie genoeg over haar eigen carrière te melden. Toch zit ergens halverwege Het voorlopige leven van Liesbeth List een verhaal verscholen over haar relatie met Cees Nooteboom. Anders dan Claire Bloom of Merry McInerney is List er niet voor gaan zitten om haar ex-man te beschadigen. Los uit de pols vertelt zij nu en dan iets over hem – altijd iets blamerends, dat wel. List mocht van Nooteboom bijvoorbeeld onder geen beding zonder make-up de deur uit, want onopgemaakt was ze volgens hem lelijk. Vakantiebestemmingen werden niet overlegd, maar medegedeeld. Over zijn gedichten mocht ze niet spreken, want daarvoor was ze te dom. Nooteboom prentte haar in dat zij zonder hem haar carrière wel kon vergeten. En zo verder.
Het is voor Nooteboom te hopen dat hij in de loop der jaren geen vijanden à la Gore Vidal heeft gemaakt, want die beschikken sinds Het voorlopige leven van Liesbeth List over dodelijke ammunitie.
Hans Warren: Mooi opgeschreven. Op Cees Nooteboom na moet iedereen dit een boeiend relaas vinden.
Edgar Vos: Ik vond het fascinerend dat Alex Verburg er een zodanige stijl voor heeft kunnen vinden, dat het, zelfs voor mensen die Liesbeth List persoonlijk kennen, lijkt alsof zij voortdurend zelf aan het woord is. […] Ook Het huis van mijn vader heb ik met buitengewoon veel plezier gelezen. Ik vond de jongen een sympathiek en herkenbaar personage in een mooi verhaal van verleiding, onopgesmukt en warm verteld met exact de juiste sfeerbepaling van het beschreven milieu in die jaren.
De vrijzinnige lezer (Bibliografisch tijdschrift, Antwerpen)
door André Oyen
De journalist Alex Verburg (1953) tekende het ‘voorlopig’ levensverhaal op van Liesbeth List en dat is wel een aangename verrassing geworden. Het is een heel degelijk en tegelijk ontroerend werkje geworden over een meisje dat eigenlijk Elisabeth Dorathea Driessen heette en dat later in binnen- en buitenland furore zou maken als Liesbeth List.
Alex Verburg heeft er echt vakwerk van gemaakt en hij laat Liesbeth List met al haar lief en leed herleven als de grote chansonnière die ze was en is en die oh zo perfect paste en past in het beeld van een betere wereld. Maar toch… namen we wellicht met zijn allen te veel te vaak?
Noord-Hollands Dagblad, 11 mei 2002
door Hans Visser
[…] Op zich komisch, maar wrang door zijn context is haar verhaal over de tocht per cruiseschip naar Amerika, waar ’s nachts een dronken Shaffy op zoek is naar een toch echt door hem bestelde taxi. Het moet een mooie, kleurrijke tijd zijn geweest. Maar ook moeilijk, want de liefdesrelatie met Cees Nooteboom, de auteur wiens werk ze op haar literatuurlijst had staan, betekent uiteindelijk geen geluk. Een verhaal van alcohol, ruzie, en frustratie. […] Liesbeth vertelt veel over zichzelf, maar haar boek is toch vooral ook een brok geschiedschrijving van het Nederlands theater.